Day eleven

Vandaag verlaten we Devon en gaan we naar Bristol. Eerst brengen we Keira naar haar baasje terug op Bristol Airport en dan gaan we naar het hotel waar we de komende twee nachten zullen logeren.

Wat weemoedig rijden we door het Devoneske landschap. Met warme gevoelens denken we terug aan de Waitrose supermarkt, waar we ons zo welkom hebben gevoeld. We filosoferen dat dit waarschijnlijk komt door het feit dat de meeste medewerkers daar dames van middelbare leeftijd zijn. Met lichte trots denken wij terug aan onze South West Coast wandeling, wat hebben we ups and downs meegemaakt en overleefd!

De rit naar Bristol Airport gaat gestaag, Carla is inmiddels al gewend aan het links rijden en al lang niet meer all the day in the war! Het inleveren van de auto gaat zo snel dat we lichtelijk dazed and confused bij de bushalte staan voor de Airport Flyer die ons naar Bristol stad moet brengen. Toevallig hebben we dezelfde chauffeur als zes dagen geleden op de heenweg. Hij is nog chagrijniger dan toen.

Het is bloedheet in de bus, in Bristol, in de volgende bus, waar een hele aardige langroodharige chauffeur achter het stuur zit, overal is het bloody hot! Gelukkig blijkt onze bushalte vlak voor het hotel te stoppen. Onderweg kregen we al wel inspiraties voor de volgende dag. We hadden eerst bedacht om naar Bath te gaan, maar het besluit is nu om morgen Bristol city te gaan verkennen.

Arnos Manor Hotel

Na een verfrissende douche gaan we voor een wandeling, volgens Google maps ligt het hotel omringd door veel groen.

Okay, het park bleek voor een deel een soort trim court en speeltuin en voor het grootste deel een begraafplaats waarvan de toegang na vijven gesloten bleek. Het hotel is mooi, maar wel een eindje van het centrum. Tijd om de plannen voor de avond bij te stellen. We ontwaren een zwarte toren. Het blijkt de toren van Black Castle te zijn.

Het kasteeltje blijkt een eenvoudige doch gezellige etenstent te zijn, waar voornamelijk Engelsen zitten. Sommigen lijken rechtstreeks van hun werk gekomen te zijn en zitten gezellig te borrelen. Het restaurant is rondom het binnenplaatsje. Wij blijven buiten zitten. Volgens de Engelse norm is het borreltijd. Men zit aan de pint. Een pint gaat er bij ons nu ook wel in, maar wij hebben ook honger. Niet gek, want na het ontbijt van vanochtend hadden we alleen nog maar onze zelfgemaakte toast met kaas onderweg op. Na het eten nog ff een kopje koffie in de lounge van het hotel en later nog een afzakkertje. Welterusten. Morgen Bristol city.