Vandaag op tijd op, we hadden namelijk gelezen dat je er snel bij moet zijn, wil je een redelijk ontbijt scoren. We hebben overigens weer heerlijk geslapen, ook hier zijn de bedden fantastisch. Het ontbijt was ehh weer Engels: eggs, bacon, sausage, beans, rösti, mushrooms, cereals and toast. De koffiemachine was deze keer een probleem, het meisje van de ontbijtservice reageerde Engels onderkoeld en gaf aan dat de machine bij elke derde schenkbeurt kuren vertoont. Met haar walkie talkie communiceerde ze met de keuken, vroeg ons hoe wij onze koffie drinken en kwam deze even later brengen. Het illustreert een beetje hoe het hotel aandoet, een beetje grandeur maar tegelijkertijd vergane glorie. Eigenlijk hoe wij Engeland tot nu toe hebben leren kennen: alles lijkt een grondige opknapbeurt nodig te hebben.
Vanwege de voorspelde hitte, was ons programma mild, een aantal zaken stonden in ieder geval op ons lijstje. Het Georgian House Museum en een Markthal die we gisteren in het voorbijgaan vanuit de bus zagen: St. Nicholas Market.
Met de dubbeldekker vanaf het hotel naar de City Centre. We hadden nog niet echt gekeken waar wat lag, maar als je eenmaal in de binnenstad bent en je gaat lopen, dan kom je vanzelf op de leuke plekken. De St. Nicholas Market kwamen we per ongeluk tegen toen we een trapje op gingen. Het was nog rustig op de markt. Naast allerlei eettentjes was er ook een boekenwinkel , een reparatie plaats voor muziekinstrumenten, een fournituren winkel en een snoepjes winkel met ouderwets snoep. Die konden we beiden niet links laten liggen.


Vanaf de markt liepen we richting de rivier. Het was inmiddels al snikheet. Bij een parkje zagen we een ruïne van een in de oorlog gebombardeerde kerk met daarachter een tuintje. In Engeland zijn er best wat steden gebombardeerd, zo ook Bristol. Naast hele oude gebouwen zie je ook nieuwbouw.

Daarna op weg naar het Georgian House Museum, en alsof de Duvel er mee speelde, bleek de weg ernaartoe steil omhoog te gaan. En dat terwijl de thermometer al bijna de dertig graden aantikte. Een paar keer schoten we wat kledingzaken binnen om af te koelen en een Schotse geruite broek voor Carla te vinden. Helaas zijn we daarin niet geslaagd.
Ook slaagde we niet het museum te betreden, dat bleek namelijk tijdelijk gesloten te zijn. Hoe is het mogelijk!? Gelukkig bevond zich verderop in de straat het Bristol Museum & art Gallery, alleen het gebouw was al een bezoekje waard. En de toegang was gratis! Behalve de expositie over de grotten van Lascaux. Maar al met al waren er mooie dingen te zien, er hingen ook werken van diverse impressionisten, middeleeuws religieus werk, zelfs een schilderij van Jan Steen. Moderne kunst, mineralen, dinosaurussen en opgezette dieren. Een interessante mengelmoes. Ook werk van Peter Brathwaite, een zwarte kunstenaar die met interessante “interventies” de zere vinger op een ongemakkelijk verleden wist te leggen. Het museum vermeldde regelmatig kanttekeneningen bij sommige kunstwerken en de voormalige eigenaar van het gebouw waar het de verkregen rijkdom door slavevernij betreft.
Daarna getogen naar het havengebied, waar we langs het water allerlei kleine horecazaakjes tegen kwamen. Met eenneiskoffie in onze hand liepen we langs een kade die leek op een soort buitenmuseum: oude kranen, scheppen en een stoomlocomoteief. We kwamen kwamen langs het Bristol M Shed museum, een museum dat het verhaal van de stad vertelt. Ook dit museum is heel erg bezig met de transatlantische slavernij. Bristol was overigens na London een hele tijd de tweede grote stad in Engeland. Het museum gaf leuke inkijkjes in het dagelijks leven van de Bristollers en ook in de geschiedenis. Dat grootse van Bristol in het verleden valt nog steeds te zien aan de mooie oude gebouwen, de markten en pleintjes met statige huizen.
We eindigden de dag op een terrasje in het supergezellige Kingstreet, vergelijkbaar met de Witte de Withstraat in Rotterdam. Over de ontzettend bijna niet eetbare noedels bij in Japanse eettentje willen we het liever niet hebben. De dag was warm doch erg leuk.