We willen naar huis. De dag is grijs, het regent, we zijn stijf van het slapen op een matje en de muren komen op ons af. Dit zouden we kunnen schrijven, maar dat doen we niet…..
Monter springen van onze futon op. Eten, onderwijl vrolijk babbelend, onze yoghurt, genieten van ons bakkie koffie en eindigen het ontbijt met rijst en/of een of ander visding. We laten ons niet afschrikken door de regen en gaan gewapend met paraplu en poncho weer op pad.
Onze missie: de wijk in de buurt van Station Matsuyama verkennen – kunnen we gelijk even zien waar het auroverhuurbedrijf is. En daarna een pianoconcert in Sansuibo.
Het eerste doel hebben we ongeveer bereikt; trouw volgden we de bordjes Matsuyam City Station, dat bij benadering het televisiestation bleek te zijn. Ook goed. Onderweg lopen we langs het water dat grenst aan de heuvel van Matsuyama Castle.
We zien wat kleine houten schotjes in het water drijven. Als we dichter bij komen zien we dat daar waterschildpadden op liggen. Wat handig zo’n ruststation voor die beesten, anders moeten ze ook aldoor maar blijven zwemmen. Ook zien we de gebruikelijke koikarpers. Waarvan Karin absoluut de schoonheid niet van inziet. “Ik vind het net alsof ze een huidziekte hebben”. vanaf nu noemen we ze psoriasis-vissen. Foto’s maken is lastig, het regent te hard.

We gaan richting Sansuibo. Dat blijkt een westers gebouw te zijn. Naar later in de uitleg blijkt; in franse stijl.
Het is het eerste gebouw op Ehime dat met cement gebouwd is. In 1922 is het, als tweede huis, gebouwd voor Sadakoto Hisamatsu, een nazaat van een soort shogun familie.
Het shogunaat is in 1868 afgeschaft, vanaf die tijd ging de keizerlijk familie de boel weer runnen, maar deze families zijn meestal wel kapitaalkrachtig gebleven. Zoonlief werd naar Frankrijk gezonden om te studeren, en die kwam terug met een voorliefde voor de franse stijl.
De bovenverdieping fungeert nu als expositieruimte. En een zaal beneden dient nu vanmiddag als concertzaal.
Vandaag zullen een pianiste, sopraan en mezzosopraan werken spelen van enkele Europese en Japanse componisten.
En dan begint het concert. Het wordt aangekondigd door een jonge dame in een prachtige robe. Je kent zo`n inleiding voorafgaande aan een uitvoering wel. Alleen versta je helemaal niets. Je hoort wat klanken en sommige klinken bekend: ha-i-ne, me-n–de-ru-su-zo–n, ro-shi–ni, ri-su-to, shi-yu-ma-n. Nou, daar moeten jullie het voor vandaag mee doen. Morgen zullen we het raadsel oplossen. (hint: het zijn componisten en één schrijver)


Het concert is in ieder geval prachtig. Er zijn een pianiste, een sopraan en een mezzosopraan. Ze hebben prachtige jurken aan. Tijdens het optreden is de pianiste de vaste factor. De sopraan en de mezzo wisselen elkaar af. Karin en ik hebben een duidelijke voorkeur voor de mezzo. Haar stem is vol en warm, terwijl je bij de sopraan zo nu en dan je hart vast houdt als ze de hoogte in moet. Meestal weet ze zich op het laatste nippertje te corrigeren. Phoeh, gelukkig, dat ging net goed. Maar ook haar hebben we in ons hart gesloten. Ze is zo hard aan het werk en doet zo haar best.


Na de toegifte blijven we nog even zitten. Vanuit het foyer horen we een druk gepraat. Het blijkt, dat de artiesten zich onder de toeschouwers heeft gemengd en menigeen wil met hen op de foto. Wij passeren de presentatrice, groeten en bedanken haar en gaan naar buiten. Pas nu wordt ons echt duidelijk waarom we uiteindelijk zo’n zwak voor die sopraan hadden: met haar luide stem heeft zij alle wolken weg geblazen en is het na anderhalve dag regen ineens helemaal droog. We zijn blij.
Na het concert twijfelen we even over wat we zullen gaan doen. We hebben bedacht om in ieder geval voor de komende dagen een route uit te gaan stippelen. We willen wat tempels aan doen, maar we kunnen ze niet allemaal bekijken. Al lopend bediscussieren we of we het vanuit een leuke horecagelegenheid zullen uitzoeken, of terug naar ons appartementje gaan. Al lopende bedenken we, dat we eergisteren vanuit het kasteel in de verte een kerktoren zagen met een heus kruis op de top.
Op het plattegrondje zien we een ka-to-ri-ku aanduiding, en we gaan er op af. Het orientatiegevoel van Karin heeft vandaag omtrekkende neigingen. We zijn er bijna maar we zien nog niets. Althans, wij lopen met de neus in de hoogte omdat we een kerktoren verwachten, maar niets is minder waar. Ergens verstopt tussen de gebouwen staat een klein gebouw. We lopen de trap op en komen in een sterk verduisterde zaal. Kerkbanken en op een verhoging een altaar. Maar we zien geen plek om een kaarsje te branden. Carla is lichtelijk teleurgesteld, ze had zo graag wat aan willen steken om haar Maria cold turkey enigszins te beheersen. Karin denkt dat er geen kaarsjes gebrand worden vanwege aardbevingsgevaar. We weten het niet. Er is niemand om het te vragen. We druipen weer af. Net als we bijna bij de deur zijn, komen er wat, opvallend jonge, mensen vanachter de zaal in. Ze gaan aan het werk en zeggen geen boe of bah. Een van hen kijkt ons zelfs enigszins onvriendelijk aan. Mmmm, wij komen er in ieder geval heelhuidser vanaf dan die zesentwintig katholieken in Nagasaki.
We besluiten ons te gaan opknappen in ons appartement en een route uit te stippelen voor onze autoreis die we maandag gaan beginnen. Ook al is Shikoku qua grootte ongeveer een derde van Nederland, er zijn hier wel bergen, dus qua reisafstand nog wat lastig in te schatten. We hebben sowieso niet zo veel zin om de hele dag in de auto te zitten, dus we besluiten om de westelijke provincies Ehime en Kochi te doen. De eerste dag meteen doorsteken naar het zuiden en dan met de klok mee langs de kust op te klimmen naar Matsuyama. Daar moeten we de auto vrijdag weer inleveren. We besluiten ook dat we die vrijdag dan niet nog een nacht blijven, maar diezelfde dag naar Takamatsu gaan. Dus we regelen een extra nacht in het hotel waar we voor zaterdag al gereserveerd hebben. Een kamer met echte bedden!
Ook voor het hotel in Tokyo veranderen we onze Japanse stijl kamer in een westerse kamer. Alles leuk en wel zo’n futon, als ze lekker dik zijn is het goed te doen, maar die in het appartement zijn te dun naar onze smaak. We bedenken dat we nog een paar dagen, als het lukt, in een tempel gaan slapen. Ook daar verwachten we spartaanse omstandigheden, dus daarna mogen we van onszelf best wel weer hogerop. Het komt misschien hard aan, maar we realiseren ons dat we ook geen vijfentwintig meer zijn. En ook niet Japans.
Hoi Karin en Carla. Neem aub contact met ons op. Wij maken ons zorgen vanwege de tyfoon.
Dikke kus ook van ma en pa.
Ingrid