dag 10 – Ashizuri

Om zes uur ’s ochtends duiken we al in de onsen.

Uitzicht op de Pacific

8 september – En we zijn niet de enigen. Met wat andere Japanse dames zitten we in het buitenbad te genieten van het water en het uitzicht op de Taiheiyo, de Stille Oceaan. We zitten er toch wel op te kicken om zomaar aan de andere kant van wereld in het ochtendzonnetje naar die enorme plas te staren. Of eigenlijk conversatie te maken. Over het algemeen laten de Japanners ons met rust, maar sommigen kunnen zich toch niet bedwingen en vragen waar we vandaan komen. Dit keer spreken we een dame die zelf ook met de auto rondtoert. Ze komt van Kumamoto, van het eiland Kyushu.

Als we uitgebadderd zijn, zoeken en vinden we nog een mogelijkheid om onze hotelbevestigingen voor Takamatsu en Tokyo uit te printen. De site updaten zit er alleen niet in. Na een, alweer, Japans ontbijt, maken we ons op om de Terume te verlaten. Jammer, maar we moeten weer op pad. Een bestemming hebben we niet echt, de bedoeling is om in ieder geval zo ver te rijden, dat we morgen niet te laat in Matsuyama aankomen om de wagen in te leveren. We moeten diezelfde dag naar Takamatsu, we geloven dat dat een treinreis wordt van zo’n tweeenhalf uur. Jammer, dat we ons wagentje weer moeten inleveren, het is heerlijk om zo lekker je eigen gang te gaan.

We hebben op de kaart een weg gevonden die wat door het binnenland van Shikoku voert, maar gewaarschuwd door onze Matsuyama landlady, vragen we voor de alle zekerheid aan de balie van het Terume hotel of deze weg goed te doen is. De jongeman raadt het ons af, het is een hele smalle weg, we kunnen beter de kustroute nemen. We volgen zijn advies op. We hebben al delen van de kustroute gereden, maar vinden het geen punt om die route weer te rijden. Het uitzicht is toch geweldig. En we hebben inmiddels geleerd dat smalle wegen erg kronkelig zijn en tijd vreten, en we hebben geen overvloed aan tijd meer.

Oceaan station

Onderweg lezen we over een Oceaan Viewstation, dat wordt onze eerste stop. Het is een soort museum/futuristisch gebouw in het water. Je daalt een meter of 7 af en komt dan in een ruimte terecht met ramen waardoor je het onderwater leven ziet. Fascinerend al die vissen.

Toevallig zijn er ook wat duikers aan het werk. Ziet er leuk uit. Het is trouwens al weer snikheet. Ons door de Onsen gereinigd lijf is al weer nat van het zweet. Hup de auto in, lekker met airco aan.

Ook al zijn we geen 88 Tempel route pelgrims, we kunnen de verleiding niet weerstaan als we weer een tempel aangeduid zien. Dit keer een tempel in de buurt van Uwajima/Seiyo. Tempel nummer 43: Meisekiji

Meisekiji
Pelgrims

Het tempel complex is prachtig. Mooie oude houten tempeltjes midden in een prachtige natuur. Net als we het complex hebben rondgelopen, komt er een groep pelgrims aan. Het zijn toerbus pelgrims. Ons hoor je geen kritiek hebben. Ze hebben groot gelijk. Ze worden door de reisleider uitvoerig geinformeerd en vervolgens barsten ze in gebed uit.. Al versta je er niks van, de sutra klinkt betoverend.

Het is inmiddels ver in de namiddag en we besluiten zo zoetjes aan op zoek te gaan naar een plek om te slapen. We willen niet eindeloos blijven rond rijden en besluiten besluitvaardig te zijn dit keer.
We rijden door tot het stadje Ozu, (we zijn grote fan van regisseur Yasujiro Ozu, dus we vonden het wel passend) en pakken vrij snel het eerste beste gebouw dat we als hotel herkennen. Het is het Ota Hotel, een business hotel. Terwijl Karin naar binnen gaat om te informeren, blijft Carla buiten in de auto wachten. We staan geparkeerd op een invalidenplek, dus kunnen maar beter startklaar staan.

Formaliteiten geregeld, maar waar moeten we de wagen parkeren? De dame komt met een plattegrond en legt het in te rap Japans uit om het te kunnen begrijpen. Karin trekt haar meest hulpeloze gezicht, en de dame loopt vervolgens mee naar buiten om het nader aan te wijzen. Carla is inmiddels uit de auto gestapt en kijkt mogelijk nog beteuterder, en ja hoor; de dame vraagt Car om de autosleutels om de auto er heen te brengen. Ze stapt in en Vrrrrrroooooooeemm, weg is ze, de hoek om. Wat rijden die Japanse wijffies toch snel! We lopen er achter aan en we moeten alledrie lachen om de situatie. De parkeerplek was om de hoek.

Eenmaal geïnstalleerd en opgefrist gaan we het stadje in, althans de wijk waar we zitten. We lopen door kleine smalle straatjes, als er geen auto’s hadden gestaan dan had je je in oudere tijden gewaand. Prachtig. Ook vinden we nog een oud badhuis. Vijfentwintig jaar geleden, toen Karin nog in Tokyo woonde, waren die er nog volop, ook zij had geen bad in haar kamer en moest naar het badhuis. Tegenwoordig heeft iedereen wel een bad of douche en worden de badhuizen zeldzamer. En ongemerkt belanden we weer in een straatje waarin de aanwijzingen op de uithangborden een levendig clubcircuit doen vermoeden. Verderop zijn er kleine winkeltjes en restaurantjes.

Heerlijk gegeten in dit restaurant in Ozu

Bij een restaurantje op een hoek, waar we eerder tijdens onze wandeling voorbij zijn gekomen besluiten we naar binnen te gaan. De plastic imitatie-maaltijden, die in de etalage uitgestald staan, zodat een voorbijganger zich een beeld kan vormen van wat er binnen geserveerd wordt, wat gebruikelijk is voor Japanse restaurants, zien er aantrekkelijk uit. Binnen worden we begroet door een oude dame. Ietwat zenuwachtig brengt zij een glas ijswater en neemt de bestelling op. Het restaurant heeft een huiskamerachtige sfeer. We voelen ons op ons gemak, genieten van de maaltijd en volgen de verrichtingen van Japanse dameselftal, dat voetbalt tegen het team van Noord Korea..

Na een lange dag vertrekken we meteen naar onze slaapplek. Nog even een verslag van de dag en dan: ”Snaveltjes dicht en oogjes toe. Welterusten.”

1 thought on “dag 10 – Ashizuri”

Comments are closed.