Na een heerlijk Japans ontbijt, met onder andere miso soep en vis, gaan we weer op weg.
Ons doel is tempel nummer 40 de “KanziZaiji”, de meest zuidelijke tempel van Ehime. Eentje waar ook slaapgelegenheid is. De route is wederom prachtig, we rijden langs de kust, doorkruisen heel wat bergtunnels en bereiken weldra de tempel. In tegenstelling tot tempel 51 is dit complex prachtig onderhouden. Ook is het er rustig. We zien geen mensen aan wie we kunnen vragen of er nog plek is om te slapen.
We wandelen wat rond, bekijken de tempelgebouwtjes en beelden. En wanneer er dan toch eindelijk iemand is die bij het complex lijkt te horen, blijft die nogal lang kletsen aan de telefoon. We peilen bij elkaar wat we er van vinden, en allebei voelen we ons te toeristisch om deel te nemen aan deze sfeer.
We besluiten niet te blijven slapen maar verder te gaan naar de Uwakai Marine Park, een soort van schiereilandje dat bij een groot natuurgebied hoort, de Ashizuri Uwakai National Park.
Er is daar een observatie toren en ook weer een kaap, de Komo Misaki. Het wordt een fascinerende tocht. Vol haarspeldbochten, wederom vergezichten. Maar ook leuke vissersdorpjes. Je vraagt je af waarom die mensen daar in de middle of nowhere wonen. Vanwege de vis waarschijnlijk. Hoe hoger we komen, hoe meer takken en keien er op de weg liggen. Blijkbaar heeft hier de wind ook wel huisgehouden. Tot overmaat van ramp ontdekken we bij onze volgende stop twee serieuze lakbechadigingen onder aan de zijkant van de auto. Oei, we denken aan ons Mazda mannetje en aan onze portemonnaie.
De kaap hebben we bereikt, maar de observatietoren, waar dat ding gebleven is. We weten het niet. We zijn het hele schiereiland inmiddels rond, en als we er bijna af zijn, zien we hem weer opdoemen, met een bordje 1 km naar links. Hoe konden we die nou weer missen?
Slaapplek
Het is al vijf uur en we moeten nog een slaapplek. De eerstvolgende grote plaats Sukumo wordt ons doel. We verlaten ondertussen de provincie Ehime en komen in provincie Kochi aan. Het vinden van een hotel is niet zo gemakkelijk en we besluiten het aan iemand te vragen. Bij een winkel parkeren we de auto om even te overleggen, en Karin is de auto nog niet uit of er komt al een dame aanrennen die vraagt of we hulp nodig hebben. We leggen onze situatie uit en de dame biedt spontaan aan om ons naar een hotel te loodsen. Dankbaar gaan we op haar aanbod in. Ze pakt haar auto, type pausmobiel, en begint een partij te scheuren. We zijn helemaal verbaasd, daar waar wij keurig de snelheidsaanduidingen volgen (40 of 50 km/u) zigzagt zij met een snelheid van 80 km per uur door het landschap.
In Nakamura aangekomen, gaat zij ons voor in een hotel en regelt een kamer. Daarna nemen we hartelijk afscheid van elkaar.
We vinden het geweldig. Het plaatsje Nakamura stond niet op de planning, maar het is altijd weer leuk als je ergens onverwachts terecht komt. Het hotel is aangenaam, we zitten op de 8e verdieping en kijken neer op een rivier en twee bruggen. Ach, we denken aan de Erasmusbrug en worden wat weemoedig.
Nog een spiritueel naschrift
Toen we het hoogste punt van het schiereiland weer gingen verlaten, en ons hardop afvroegen hoe lang het zou duren voor iemand ons zou vinden, als er iets mis zou gaan, kwam er een groep kleine vogeltjes aangevlogen. Terwijl we de haarspeldbochten afreden, bleven twee van die vogeltjes voor ons uit vliegen. Het was net alsof ze ons de weg gingen wijzen. Pas toen de eerste huizen van een dorpje in zicht waren, vlogen ze weg. Nou kan je moeilijk verdwalen, want er is maar één weg. Maar we vonden het wel magisch. Vlak daarna stak vlak voor ons een dier de weg over. Pas toen we dichterbij kwamen zagen we dat het een aap was. We keken elkaar (de aap en wij) verbaasd aan, en toen verdween hij weer kalmpjes het bos weer in.
Mooi, he?
Carla, hoe gaat het met het nemen van een rotonde?
Groeten uit een regenachtig rotterdam.
Rotondes hebben ze hier niet. Wel moeten we bij elke bocht even gillen of die klein of groot moet zijn, want dat is ook andersom. Ik heb nog steeds de neiging om aan de verkeerde kant terecht te komen. Maar we vormen een goed team. Grote bocht! Kleine Bocht!
Fijn om te weten dat er beschermengeltjes in de buurt zijn!