Effe naar de tempel en dan …
7 september – We hebben ons erbij neergelegd dat we minder kilometers kunnen afleggen dan eerder gedacht. De wegen zijn te kronkelig en bergachtig. Daarnaast mag je op de meeste plaatsen maar 50 kilometer per uur rijden (sneller gaat ook niet overal), en we hebben na gisteren ook niet zo veel zin om de hele dag in de auto te zitten. We bestuderen de kaart, vinden het leuk om in ieder geval nog naar het meest zuidelijk punt van Shikoku te gaan. Daar ligt tempel Kongoufukiji, nummer 38. Ook zien we dat daar in de buurt hot springs liggen. Dat trekt ons ook wel. Hardop leest Karin voor wat er aan hotels te vinden is, we willen ons iets meer voorbereiden dit keer, en bij Ashizuri Terume Inn, gaat er een lichtje branden. Terume, Te-Ru-Me. Verrek, het is een Thermen Resort!
We hoeven niet lang na te denken, ons doel is bekend. Goedgemutst verlaten we na een Japans ontbijt buffet, Nakamura. De rit vandaag is gelukkig niet zo lang. We komen zonder verdwalen aan bij het Thermen Resort, en er is plek zat.
Voordat we inchecken, bekijken we tempel 38 die daar vijf minuten rijden vandaan ligt. Op loopafstand staat er ook een vuurtoren. Die pakken we ook even mee. Dan hebben we ons rondje vandaag wel gemaakt. Onderweg naar de Thermen zien we nog wat pelgrims lopen. En we besluiten dat wij gewoon niet in de wieg zijn gelegd voor zo’n ascetische levenswijze. Wij halen de inspiratie uit een lekkere hete bron.
Omdat we er al om een uur of drie zijn, zijn we bijna de enigen badgasten. We kunnen ongegeneerd ons gang gaan. Een rondje bad, afspoelen, de sauna in, weer een rondje bad etc etc.
Het mooie is dat we hoog in de bergen buiten in een bad zitten met uitzicht over de Pacific Ocean. Althans, we denken dat het de Stille Oceaan is. Als je een rechte lijn zou trekken moet je heel lang zwemmen eer er weer land in zicht is. Indonesië of zo en daar onder Australië.
’s Avonds genieten we van een geweldig diner. Prachtig geserveerd in allerlei kleine kommetjes en kopjes eten we allerlei kleine hapjes. Sashimi, lokale lekkernijen, een nabe van allerlei groenten, een soort tempura, in papier gepakte en gebakken kipstukjes, een of ander schelpdier gebakken in een krokant jasje, echt geweldig. En ook wel veel. We hebben onze buik rond gegeten en zullen vanavond geen rondje hot spring meer maken.
Maar als we eenmaal op onze kamer de deur van ons terras openen dan horen we de golven van de oceaan, het getjirp van allerlei vogels en zien we de eerste sterren aan de hemel verschijnen. Over het groen heen zien we op het water een lichtje van een scheepje. Zijn jullie al jaloers? Of moeten we nog even doorgaan?
Nee, wij stoppen er mee. We gaan het alarm op half zeven ’s ochtends zetten, om voor het ontbijt, vanuit ons bed nog een keer de Hot Spring in te duiken.
Oyasuminasai.
Jullie hebben het paradijs ontdekt! xxx