Zo, was dat heerlijk slapen, gewoon, helemaal zonder fratsen, alhoewel het niet helemaal rustig was. We hebben nog wel een kleine beving gevoeld, maar die was te verwaarlozen. We weten inmiddels wel beter. Toch schrik je even. Lekker bakkie koffie op de kamer en even alle regeldingen op een rij zetten. Nog maar eens even de beschikbaarheid van hotels bekijken, tenslotte moesten we nog één nacht zien te overbruggen. Even leek het alsof er enkel plekken waren in dormitories, maar zie je ons als pré-bejaarden in een stapelbed klimmen en de sfeer voor de waarschijnlijk veel jongere kamergenoten bederven? Nou, ik niet en Karin heb ik (gelukkig) tot dezelfde gedachte kunnen brengen. Uiteindelijk bleken er nog 3 kamers vlak bij ons oude hotel te zijn. Hup: meteen een kamer vastgelegd en rond een uurtje of 9 gingen we verkassen.
Goh, wat beleef je een stad toch anders als alles weer op orde is. Nou ja, alles? De bevoorrading van de winkels en de restaurantjes is nog niet op orde. Maar wat maakt dat uit. Het is al lang fijn dat er űberhaupt iets anders dan rijstcrackers te eten valt.
Na een lunch van soba noodles zijn we op een oud trammetje gestapt en een rondje mee gaan rijden. Leuk, hoor, zo kom je in buurten die voor toeristen verscholen blijven,maar toch oh zo interessant zijn, want op die manier krijg je pas echt een goed beeld van een stad.
Vis en sake
Na de toer stond een bezoek aan de vismarkt op de planning. Geweldig, een oude hal met kraampjes en kleine restaurantjes. Van daaruit via een soort industrieterrein naar het Sakemuseum. Het museum leek eigenlijk meer op een winkel. Maar via een filmpje werd je geïnformeerd over de bereiding van Sake. Wat een grote verscheidenheid aan soorten Sake bestaat er. Helaas was er geen proeverij en de wandeling terug naar ons buurtje was te lang om al die tijd met een fles rond te sjouwen, dus daarom bleef het (zoals het een ware Hollander betaamd) bij: kijken, kijken, maar niet kopen.
Na deze wandeling waren we echt toe aan een bakkie koffie, maar hoe we ons best ook deden: we kwamen geen koffie tegen. Uiteindelijk hebben we bij de convenience store in ons buurtje een grote ijskoffie gehaald met schocoladenootjes en hebben op onze nieuwe kamer een time-out genomen. Die time-out viel ook wel weer mee, want voor dat je het weet zit je zo weer een tijdje met je tablet en je telefoon te spelen.
Laatste avondmaal in Sapporo
Na een goede opfrisbeurt zijn we weer de stad in gegaan, tenslotte is het al weer tijd voor de avondmaaltijd. Natuurlijk konden we weer moeilijk kiezen uit al die restaurantjes, gelukkig waren er nog steeds een paar gesloten, anders hadden we nu nog rond gelopen. De menukaarten waren ook wat beperkter in aanbod, maar zoals gezegd, alles is beter dan een rijstcracker.
We kwamen weer in dezelfde overkapte straat terecht als waar we eerder gegeten hadden, daar hadden sommige restaurantjes namelijk ook terrasjes. Ons oog viel op een onooglijk oud keetje, met kratten als stoelen en klaptafeltjes. Maar wat was het weer lekker. Yakitori, een heerlijke salade met nori (zeewierblaadjes) en een sushi van tonijntartaar en ikura (zalmeitjes). Zelfs Carla waagde zich dit keer aan de feloranje splashende balletjes. Nog een nachtje slapen en dan weer en route naar Tokyo.
Een beetje pijn doet het wel om nu al afscheid te moeten nemen van Hokkaido. Het schijnt trouwens nog steeds te rommelen, en volgens de meisjes van de convenience store verwacht men de komende week nog wat grotere klappen. Toch gek als je daar mee moet leven.
Enig idee waarom de trambestuurde een mondkapje draagt? Is de lucht erg polluted?
(Carla)
Het is hier heel gewoon dat mensen mondkapjes dragen. Helemaal niet gek ook, want zo proest je je eigen bacteriën niet in iemands gezicht. Het is heel beleefd en zorgzaam naar de medemens. Daar zijn ze hier heel goed in.